Medusa’s blik op macht en mythe: een bespreking van Natalie Haynes’ Stone Blind

— Deze blogpost werd geschreven door masterstudent Victoria Boudeweel Piscador, voor het vak Bijzondere Vraagstukken: Oudgriekse Letterkunde. De opinies en argumenten in deze blogpost zijn die van de student en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het officiële beleid of standpunt van de Afdeling Grieks. Voorbeelden van analyse uitgevoerd in deze blogpost zijn slechts voorbeelden.

Begin december heeft het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes de jaarlijkse ranglijst gedeeld van de meest machtige vrouwen van het moment. De lijst bevat veel CEO’s en wereldleiders, gekenmerkt door hun sobere kostuums en zelfzekere blik. Toch toont het feit dat er nood is aan een aparte ranglijst specifiek voor vrouwen dat macht nog niet gelijk verdeeld is over de genders.

Macht is natuurlijk een ruim begrip en het hebben ervan hangt af van verschillende factoren, niet alleen gender. De combinatie van macht en gender blijft volgens mij echter interessant. Eén van de (vele) manieren waarop daarmee omgegaan wordt in de literatuur is via het genre van de mythologische hervertellingen, waarin het vrouwelijke perspectief benadrukt wordt. Specifiek wil ik het in deze blogpost hebben over een recente toevoeging aan dat genre, namelijk Stone Blind: Medusa’s Story (2022) door Natalie Haynes, dat, zoals de titel al

aangeeft, de mythe van Medusa vertelt uit Medusa’s eigen perspectief. Medusa krijgt dus macht over haar eigen mythe: maar wat betekent dat?

De mythe vóór Stone Blind

Medusa is één van de Gorgonen, drie monsterlijke wezens, maar in tegenstelling tot haar zussen is zij sterfelijk. Ze wordt aangerand door de god Poseidon in de tempel van Athena, waarop Athena Medusa (het slachtoffer!) straft met slangenhaar en een verstenende blik. In opdracht van een koning komt de held Perseus een Gorgo — Medusa — onthoofden. Medusa’s hoofd (het Gorgoneion) blijft de verstenende kracht behouden, en nadat Perseus het tegen zijn vijanden gebruikt, geeft hij het aan Athena, die het op haar wapenschild (aegis) plaatst.

Zoals bij elke mythe het geval is, heeft het verhaal al in de antieke wereld verschillende versies, waarin bepaalde elementen kunnen veranderd, toegevoegd of weggelaten zijn. De aanranding door Poseidon, bijvoorbeeld, vindt volgens Hesiodos (Theog. 278–9) niet plaats in Athena’s tempel, maar ergens in een idyllische weide, wat de context van Medusa’s straf natuurlijk helemaal verandert. Ondanks de verschillen en eventuele weglatingen in individuele vertellingen, kunnen we volgens mij zeggen dat drie elementen uit de hele mythe essentieel zijn: de aanranding door Poseidon, de moord door Perseus en de objectivering van het hoofd. Deze drie scènes vinden we ook terug in Natalie Haynes’ Stone Blind (SB). Hoewel Medusa op het eerste zicht (pun not intended) weinig tot geen macht lijkt te hebben in deze situaties, hanteert Haynes de blik van Medusa om haar agency of een soort ‘macht’ te geven.

Dat de blik macht geeft, is een wijdverspreid idee, ook in feministische ideologieën. De cineaste Agnès Varda vat dat volgens mij perfect samen met de woorden “Le premier acte féministe d’une femme c’est de regarder, de dire: ‘d’accord on me regarde, mais moi aussi je regarde’”. In feministische interpretaties van de Medusa-mythe wordt haar verstenende blik dan ook vaak toegeëigend als een positieve gave in plaats van een negatieve, monsterlijke kracht (Gloyn 2019: 157). Volgens Susan Bowers (1990: 219) is Medusa door haar blik zelfs “the icon of the female gaze”, een symbool voor vrouwen die hun macht terugnemen door de wereld te bekijken vanuit een eigen perspectief.

Het boek van Haynes past dus goed binnen deze visie. Ik bekijk dan ook graag even hoe Medusa’s blik werkt binnen de drie eerder vernoemde scènes.

De aanranding door Poseidon

De donkerharige Poseidon legt zich neer (παρελέξατο) met Medusa in een weide vol lentebloemen; zo schrijft Hesiodos in het eerder vermelde fragment van de Theogonie (278–9). De beschrijving is kort en neutraal. Haynes daarentegen heeft het over een aanranding in de tempel van Athena, zoals ook Ovidius schrijft in zijn Metamorphosen: “Men vertelt dat de heerser over de zee haar in Minerva’s tempel heeft aangerand (vitiasse).” (Met. 4.798–9).

In geen enkele van de antieke versies krijgen de betrokken personages, Poseidon en Medusa, een stem, maar Haynes vult de scène met een gesprek tussen de twee voordat de aanranding plaatsvindt. Medusa gebruikt haar stem en verdedigt haar mening, wat Poseidon vrijwel automatisch interpreteert als een brutaal tegenspreken (SB 55). Medusa’s verbale kracht is een teken van haar superieure mentale kracht: hoewel ze als jong meisje op bijna alle vlakken zwakker is dan de goddelijke Poseidon (Bowers 1990: 221), is ze zekerder van zichzelf. Deze passage is een voorbeeld daarvan: “she felt rather sorry for him. Imagine being a god, she thought, and still needing to tell everyone how impressive you were.” (SB 53).

De discussie die daarop volgt is de aanleiding tot Medusa’s moment van agency in de scène. Poseidon wijst naar een groep menselijke meisjes en bestempelt die als “ordinary”, terwijl Medusa ze mooi vindt omdat ze “young and happy and together” zijn (SB 56–7). Poseidon raakt daardoor geïrriteerd (alweer) en manipuleert Medusa om in te gaan op zijn avances, omdat hij dreigt anders één van die meisjes te misbruiken en te doden (SB 58):

‘Or I will have you. Here, now, in the temple. (…) So let us see how much you love these mortals.’
She stared at him in disgust. ‘If I agree to do this, you’ll leave them alone?’
He shrugged. ‘I might.’
‘Then yes,’ she said.

Perseus geeft Athena het hoofd van Medusa,
die er erg menselijk uitziet. Via theoi.com.

In tegenstelling tot andere versies van de mythe, laat Haynes Medusa expliciet “ja” zeggen tegen Poseidon, waardoor ze zelf een beslissing neemt (ondanks dat ze natuurlijk nog steeds een slachtoffer is: gemanipuleerd worden tot consent is geen consent!). Medusa’s blik heeft nog geen verstenende kracht, maar toch denk ik dat de blik hier al krachtig is, omdat haar woordelijke toestemming eraan gelinkt wordt. Haar blik naar andere vrouwen toe is de basis van haar eigen mening, keuze en bijgevolg een soort macht over haar situatie. Ze maakt deze beslissing omdat ze de menselijke meisjes gezien heeft.

De moord door Perseus

In Haynes’ boek wordt de moord op Medusa sterk geanticipeerd, maar de effectieve scène wordt slechts verteld in een gesprek tussen de slangen van Medusa’s hoofd (een gewaagde, vernieuwende keuze van Haynes). Meermaals wordt hier benadrukt dat Medusa sliep toen Perseus haar doodde. Dit is ook een versie die we bij Ovidius lezen: “Perseus vertelt dat hij via het spiegelend brons van zijn huiveringwekkende schild (…) de gestalte van Medusa aanschouwd had en, toen een diepe slaap haar zelf en de slangen in zijn greep had, haar hoofd had gescheiden (eripuisse) van haar nek.” (Met. 4.784–5).

Deze keer heeft Medusa wél haar verstenende blik, een kracht die, zo herhaalt Haynes vaak, niet beheerst kan worden: wat Medusa ook bekijkt versteent, of ze het nu wil of niet. “The first statue is a mistake” (SB 64), lezen we bijvoorbeeld. De echte twist in het verhaal komt aan het licht wanneer slang alfa en slang bèta aan het discussiëren zijn (SB 284–5):

β: She was, I’m telling you she was asleep and he crept up on her while she slept and then he brought the blade down on her neck.
α: She woke when he was standing above her. (…)
β: If what you’re saying is true, why didn’t she open her eyes? (…)
α: Because she wouldn’t kill him.

Medusa met slangenhaar, gebeiteld in steen (!) op het
pediment van de Artemistempel in Korfu. Via Wikimedia.

Waarom wilde Medusa Perseus niet doden? In ieder geval past het wel bij Haynes’ omkering van monster en held, een belangrijk thema in het boek. Zo wordt Medusa doorheen het boek gekarakteriseerd als een onschuldig, zachtaardig meisje, niet als een monster. Misschien is Medusa (net als bij Poseidon) opnieuw een vrijwillig slachtoffer, dat liever zelf sterft dan een ander te doden (zelfs als het om zelfverdediging gaat)?

Of misschien kan Medusa het leven als ‘monster’ niet aan? Ze mist haar haren en haar zicht (SB 164) en het zou volgens mij dus een logische verklaring zijn, logischer dan dat ze zo’n martelaarsfiguur wordt (als ze zichzelf niet één-, maar zelfs tweemaal vrijwillig opoffert, lijkt ze toch zo perfect als een Mary Sue?). Misschien wil ze een uitweg uit haar leven als ‘monster’, net zoals Athena op het einde een uitweg wil uit haar leven als godin.

Opnieuw is Medusa’s blik dus de oorzaak van haar macht en deze keer ook het middel waarmee ze haar beslissing neemt. De bewuste keuze die ze maakt om niet naar Perseus te kijken, is meteen ook haar beslissing over het lot dat ze ondergaat, in tegenstelling tot het lot als ‘monster’ dat haar is opgedrongen.

De objectivering van het Gorgo-hoofd

Het Gorgoneion blijft in de klassieke traditie een belangrijk iconografisch element. Het hoofd van het vrouwelijke monster is een object geworden met een beschermende functie en staat op zichzelf voor macht (!) en verschrikking, zoals Ovidius ook schrijft: “Ook nu draagt zij [Minerva], om haar verlamde vijanden angst aan te jagen, op haar borst de slangen die zij schiep”. (Met. 4.802–3). In de Ilias heeft ook Agamemnons schild het symbool van het Gorgoneion als teken van zijn macht: “In een cirkel stond de ontzettende Gorgo (Γοργὼ βλοσυρῶπις) met de beklijvende blik (δεινὸν δερκομένη), geflankeerd door Terreur en Paniek”. (Il. 11.36–7).

In Stone Blind is het Gorgoneion de verteller, waardoor het object terug verpersoonlijkt wordt. Toch is het niet hetzelfde personage als Medusa. Medusa sterft wanneer Perseus haar onthoofdt, het Gorgoneion wordt dan ‘geboren’. Wanneer het net gecreëerd is, herkennen we eerst opnieuw het thema van het onvrijwillig verstenen: het Gorgo-hoofd kijkt niemand in de ogen. Maar het houdt de ogen wel open, voor het geval Perseus erin zou kijken, want hem wil het Gorgoneion duidelijk straffen (SB 292): “I wanted to stare unblinking into his vacuous eyes and turn him to cold, pale stone. Are you feeling scared yet, of the monstrous head with no heart? Perhaps you should”.

Het hoofd van Medusa met duidelijk ‘monsterlijke’,
angstaanjagende eigenschappen. Via Eidolon.

Dat citaat toont hoe het Gorgoneion helemaal niet meer op Medusa lijkt. In tegenstelling tot Medusa neemt het de rol van ‘monster’ aan en het geniet zelfs van het verstenen. Veel feministische interpretaties zien de verstenende blik als het hebben van macht, zoals eerder al gezegd, dus misschien neemt het Gorgoneion de macht terug na het tweemalige slachtofferschap van Medusa. Misschien is dit de climax na alle dingen die de Gorgo heeft meegemaakt. Is dat eigenlijk macht of verbittering?

In de antieke mythe is Medusa, met haar verstenende blik en slangenhaar, een monster. Haar hoofd wordt een apotropaeon, een beschermend amulet, een wapen tegen vijanden: negatief wordt positief (Foster 2003: 182). De verhouding tussen Medusa en Gorgoneion kunnen we bij Haynes ook interpreteren als een omkering: het slachtoffer Medusa wordt de dader, het Gorgoneion. Het zachtaardige meisje dat anderen wil beschermen wordt het wraakzuchtige hoofd dat geniet van anderen verstenen. Meer nog dan een omkering, denk ik dat dit genieten van het verstenen een referentie is naar het monsterlijke aspect van de Gorgo. Haynes’ Medusa is niet gruwelijk of monsterlijk en wil haar negatieve krachten niet, maar het Gorgoneion wil die wel. Het Gorgoneion is wat Medusa had kunnen zijn. Een wezen geflankeerd door Terreur en Paniek.

Verstenen en versteend worden

Als laatste nuance wil ik nog toevoegen dat de Medusa-mythe natuurlijk op zoveel manieren is geïnterpreteerd als er mensen zijn die de mythe kennen. In sommige interpretaties is Medusa machtig, met haar verstenende blik, en in sommige is ze machteloos, bijvoorbeeld wanneer men benadrukt dat ze verslagen is door Perseus.

Zelf denk ik dat macht gelinkt is aan de blik. Maar ‘de blik’ werkt ook in de twee richtingen. Ze is een double-edged sword, want je kan zelf kijken en tegelijkertijd beïnvloed worden door de blik van een ander. Kevin Goddard (2000: 24) beschrijft dit als: “the gazer is him/herself as much influenced by the act of the gaze as is the subject of the gaze”. In Haynes’ boek zien we dit bijvoorbeeld in de scène tussen Poseidon en Medusa. Medusa ziet de groep mensenmeisjes en door hen te zien voelt ze zich zodanig verbonden met hen dat ze hen beschermt. Haar keuze beïnvloedt de meisjes. Maar de meisjes, die Medusa’s blik slechts ondergaan, hebben Medusa minstens net zoveel beïnvloed. Als de meisjes niet gezien zouden zijn, zou Medusa ook niet een beslissing genomen hebben die alles voor haar verandert.

Met deze dubbelzinnigheid eindig ik graag, want ze is gebaseerd op een kluwen van macht, blik en gender, drie elementen die elkaar heel de tijd beïnvloeden. Ook de vrouwelijke CEO’s en wereldleiders die op de Forbes-ranglijst staan, veranderen niet alleen de wereld door hun eigen visie, maar moeten tegelijkertijd zichzelf veranderen voor de wereld. Waarom dragen ze die sobere kostuums die ik eerder vermeld heb bijvoorbeeld? Ongetwijfeld is die kledingstijl de voorkeur van een aantal vrouwen, maar waarschijnlijk zijn er andere die liever iets anders zouden dragen als ze de wereld toespreken, als ze daardoor tenminste niet als minder professioneel, ernstig of machtig zouden gepercipieerd worden. Machtig zijn en machtig lijken gaan zo hand in hand.

Bibliografie

Bowers, S.R. (1990). Medusa and the female gaze. NWSA Journal 2(2), 217–235.

Foster, H. (2003). Medusa and the real. Res 44, 181–190.

Gloyn, L. (2019). Tracking Classical Monsters in Popular Culture. Londen: Bloomsbury.

Goddard, K. (2000). “Looks maketh the man”: The female gaze and the construction of masculinity. The Journal of Men’s Studies 9(1), 23–39.

Haynes, N. (2022). Stone Blind: Medusa’s Story. Londen: Pan MacMillan.

‘There’s nothin’ like a mad woman’. De woede van Taylor, Soraya, en Medea

— Deze blogpost werd geschreven door Laura Naeye, EduMa-student, voor het vak Bijzondere Vraagstukken: Oudgriekse Letterkunde. De opinies en argumenten in deze blogpost zijn die van de student en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het officiële beleid of standpunt van de Afdeling Grieks. Voorbeelden van analyse uitgevoerd in deze blogpost zijn slechts voorbeelden.

 

Toen ik voor het eerst naar Mad woman van Taylor Swift (2020) luisterde, voelde ik de boosheid die ze verwoordt. Mad woman is een subtiel verwoorde aanklacht tegen de stereotypen rond vrouwelijke woede. Want boze vrouwen wordt nog steeds snel afgebeeld als irrationeel en gevaarlijk[1] en Swift speelt met de dubbele betekenis van mad om haar lied kracht bij te zetten:

Every time you call me crazy, I get more crazy. What about that?
And when you say I seem angry, I get more angry.

 

Taylor Swift Mad Woman

Ditzelfde gevoel keerde bij mij versterkt terug tijdens het lezen van het recente boek Rage Becomes Her van Soraya Chemaly.[2] Zij verwoordt en verklaart duidelijk waarom vrouwen boos zijn. Een voorbeeld uit Chemaly’s eerste hoofdstuk raakte me meteen:[3] ze beschrijft hoe, telkens haar dochter een toren bouwde, een jongen uit haar klas deze omver gooide. Het meisje deed vanalles ter bescherming, maar haar klasgenoot bleef hem omgooien. Zijn ouders corrigeerden hem niet, maar haalden enkel hun schouders op: ‘Boys will be boys’. Chemaly beschrijft hoe ze de woede in haar dochters ogen zag, maar dat het meisje deze onderdrukte. Als zij haar woede zou uiten, wist ze dat negatieve aandacht -hoe onterecht ook- op haar zou vallen. Deze gendernormen gelden niet enkel voor kinderen, maar blijven levenslang ons gedrag bepalen. Als je als vrouw woede durft te uiten, vertoon je maatschappelijk niet-aanvaard gedrag en verlies je geloofwaardigheid. Als een man echter boos wordt, volgt vaak een positievere reactie.[4] Chemaly benadrukt daarom dat het belangrijk is dat vrouwen hun woede erkennen en uitdrukken.[5] Zo wordt deze een constructieve kracht die maatschappelijke veranderingen kan stimuleren.

Swifts en Chemaly’s verwoordingen over discriminatie en onderdrukking brachten gevoelens tevoorschijn waar ik me eerder niet bewust van was: boosheid en verontwaardiging borrelden naar boven. Ze beschrijven ongelijkheden waar ik het bestaan van wist, bijvoorbeeld gegenderde gedragsnormen of een gegenderd verschil in opvoeding, maar ik had er voordien nog niet zo bij stilgestaan. Door mijn persoonlijke interesse en studies kwam ik bij verdere contemplatie uit bij Medea. Want als ik denk aan boze vrouwen uit de oudheid, denk ik allereerst aan haar, zoals ze door de Atheense toneelschrijver Euripides werd opgevoerd (431 v.C.).

 

 

 

You made her like that

Medea was een Kolchische tovenares die Jason hielp het Gulden vlies te veroveren. Hij nam haar mee als echtgenote naar Griekenland, maar liet haar (en dit is waar het toneelstuk begint) in de steek voor de koningsdochter van Korinthe, waarna Medea wraak nam door hun zoontjes te vermoorden evenals de koning en zijn dochter. In Euripides’ toneelstuk zien we een woedende Medea, uit op wraak omdat ze werd verraden door Jason. Haar woede is een belangrijk thema. De Oudgriekse termen hiervoor, χόλος (cholos)[6] en ὀργή (orgé),[7] komen nergens in het oeuvre van Euripides zoveel voor als in de Medea.[8][9] Χόλος wordt gebruikt om naar een langdurige, hevige boosheid te verwijzen, ὀργή wijst eerder op een impulsieve woede-uitbarsting, vaak verbonden met wraak op iemand.[10] Het gecombineerde gebruik van beide termen contextualiseert Medea’s woede en toont volgens mij het belang ervan aan in dit toneelstuk.

 

No one likes a mad woman

Medea gaat zich immers niet bij Jasons vertrek neerleggen zoals vrouwen geacht werden te doen, maar eigent zich de in het Oude Griekenland mannelijk gegenderde emotie van woede toe en uit deze.[11] Dit kan ze omwille van haar uiterst unieke positionaliteit (ze is een boos gemaakte buitenlandse vrouw, met magische krachten, zonder controlerende κύριος (kurios))[12] waardoor ze een specifieke agency heeft en haar woede kan uiten. Toch moet Medea, om zich te kunnen wreken, opnieuw normatief gedrag vertonen en haar woede onderdrukken, waardoor de rol van deze emotie in het toneelstuk dus niet echt als constructief kan beschouwd worden.

Loo, C.-A. van. (1760). Miss Clairon in Medea. [Oil on canvasmedium]. Neues Palais in Potsdam.
Euripides’ contextualisering van woede zie ik het duidelijkste in Medea’s twee gesprekken met Jason. In het eerste gesprek (verzen 446-626) wijst ze hem woedend op zijn verraad. Het koor karakteriseert deze speech als δεινή τις ὀργὴ (deiné tis orgé, ‘een vreselijke woede-opwelling’ , 520).[13] In deze uitbarsting begint ze met de aanspreking παγκάκιστε (pangkakiste, ‘meest allerslechtste’, 465) en beschuldigt Jason ervan zijn gezin in de steek te laten nadat zij alles voor hem deed. Medea’s woorden hebben echter geen effect op de ontkennende Jason.[14] In het tweede gesprek (866-975) pakt ze het anders aan. Ze onderdrukt haar woede tijdelijk en manipuleert Jason met geveinsd normatief gedrag.[15] Dit keer vraagt ze hem om vergiffenis (αἰτοῦμαί…συγγνώμον᾽, aitoumai…sungnoomon’, 869-870). Ze karakteriseert haar vroegere speeches, en daarmee ook zichzelf, als gek (873-874).[16] Ze eigent zich zo het stereotiep van de mad woman (crazy en angry, zoals in Taylor Swifts lyrics) toe en gebruikt het in haar voordeel.[17] Ze speelt briljant de rol van ondergeschikte vrouw,[18] en zo overtuigt ze Jason om een (vergiftigd) geschenk aan zijn nieuwe echtgenote te bezorgen zodat ze haar wraakplan kan uitvoeren.

 

Does a scorpion sting when fighting back?

Chemaly argumenteert dat constructieve woede een positieve sociale verandering kan teweegbrengen. Medea slaagt weliswaar in haar doel, namelijk wraak nemen door Jason te kwetsen: Jason verliest door deze moorden inderdaad niet alleen het vaderschap, maar ook zijn toekomstige echtgenote samen met koninklijke macht. Hoewel de moord op Medea’s rivale en haar kinderen de sociale structuur verandert, vernielt Medea echter ook tegelijkertijd haar eigen positie en identiteit als moeder. Haar zogenaamde overwinning op Jason is dus bitter, want ze vernielt ook (een deel van) zichzelf, zoals we zien in haar typering als rots, golf (28-29), leeuwin ((1279) en Scylla (1342-43). Vervolgens maakt ze tijdens het toneelstuk het koor van Korinthische vrouwen medeplichtig door haar wraakplan te vertellen, maar geheimhouding te vragen. Dit collectief van vrouwen onderneemt geen actie. Ze brengen Medea niet op andere ideeën, proberen de moord niet tegen te houden, maar ze doen ook niets om Medea’s positie te verbeteren en zo haar wraak te ondermijnen. Medea’s infanticide creëert een breuk met de normatieve rol van de vrouw als moeder. We krijgen een uitbeelding te zien van het ultieme gevaar van vrouwelijke woede als vernieler van patriarchale structuren.

Moderne opvoering van Medea door Marc-Antoine Charpentier, London Coliseum, 2013.

Ik lees Medea in relatie tot Chemaly’s pleidooi[19] als een voorbeeld van hoe we woede best net niet gebruiken. Medea erkent haar woede wel en onderneemt actie, maar die kan ze enkel uitvoeren door normatief gedrag te veinzen. Ze veroorzaakt een positionele verandering voor zichzelf en haar omgeving, maar haar acties zijn destructief. Voor haar wraak moet ze haar woede onderdrukken en een deel van zichzelf vernietigen. We kunnen dit moeilijk definiëren als een constructieve actie waarvoor Chemaly pleit. In Euripides’ Medea kunnen we echter duidelijk lezen hoe een misogyne samenleving de consequenties van vrouwelijke woede exploreert. In deze exploratie is het gevolg een destructie van normen, identiteit en maatschappelijke posities. Er worden geen constructieve veranderingen doorgevoerd die gelijkheid bevorderen, waarschijnlijk omdat deze als gevaarlijk geacht werden in de misogyne context waarin het toneelstuk zich afspeelde en opgevoerd werd.

 

She should be mad, should be scathing like me

Chemaly roept vrouwen op om onze woede niet langer te onderdrukken, maar te erkennen en gebruiken: niet door onze omgeving en in het proces onszelf te vernietigen, maar door als vrouwelijk collectief structurele veranderingen door te voeren die voor meer gelijkheid zorgen.[20] Tegenover de misogyne exploratie van vrouwelijke woede in Euripides’ Medea, contrasteer ik graag hedendaagse stemmen die op een constructieve manier met woede omgaan en een positieve uitkomst voor iedereen beogen. Hoopvoller en hierdoor geïnspireerd leer ik bewuster met mijn eigen woede omgaan en zie ik de gevoelens die door Swift en Chemaly opgeroepen en beschreven werden, als een positieve kracht.[21]

 

Voetnoten:

[1] Hier zijn enkele hedendaagse voorbeelden over de problematische omgang met vrouwelijke woede. Ten eerste het Dangerous Woman Project dat onderzoekt waarom vrouwen als gevaarlijk worden gezien en wat dit dan betekent. Ook woede is één van de factoren hierin. Ten tweede verwijs ik naar Fiona Hills reactie op de vraag waarom ze “upset” was over de voormalige VN-Ambassadeur Gordon Sondland: ‘”I was actually, to be honest, angry with him and, you know, I hate to say it, but often when women show anger, it’s not fully appreciated,” Hill testified, adding, “It’s often, you know, pushed onto emotional issues perhaps or deflected onto other people”‘. Ook Taylor Swift spreekt zich ook uit over het misogyn taalgebruik om vrouwelijk gedrag en emoties te beschrijven: “A man does something, it’s strategic. A woman does the same thing, it’s calculated. A man is allowed to react. A woman can only overreact”.

[2] Chemaly, S. L. (2018). Rage Becomes Her: The Power of Women’s Anger. Simon and Schuster.

[3] Chemaly, 2018, 19–20.

[4] Chemaly, 2018, 10–15.

[5] Chemaly, 2018, 17–18.

[6] Dit komt voor in verzen 94, 99, 172, 590, 898, 115, 1266. Meer info over de betekenis vind je hier.

[7] Dit komt voor in verzen 121, 176, 447, 456, 520, 615, 638, 870, 909, 1150, 1172. Meer info over de betekenis vind je hier.

[8] Teksteditie: J. Diggle, Euripidis fabulae, vol. 1, Oxford: Clarendon Press, 1984: 93-155.

[9] Χόλος komt van de 15 keer bij Euripides (incl. fragmenten) 7 keer voor in Medea. Ὀργή komt van de 50 keer bij Euripides (incl. fragmenten) 11 keer voor in Medea.

[10] Harris, W. V. (2003). The rage of women. In Ancient anger: Perspectives from Homer to Galen. Cambridge University Press, 125–129.

[11] Deze gegenderde emoties vinden we ook terug in andere toneelstukken van Euripides. Rouw werd bijvoorbeeld als vrouwelijk gezien en wanneer Herakles in Herakles (424 v.C.) geconfronteerd wordt met de dood van zijn kinderen, weigert hij om die reden openlijk te rouwen. Meer info zie: Allard, J.-N., Montlahuc, P., & Rothstein, M. (2018). The gendered construction of emotions in the Greek and Roman worlds. Clio. Women, Gender, History, 47, 26.

[12] De kurios kan je vergelijken met de Latijnse pater familias. Deze man staat aan het hoofd van zijn familie en is verantwoordelijk voor zijn echtgenote, kinderen en slaven… Een vrouw mag niet zonder kurios komen te staan. Haar kurios is in de eerste plaats haar vader en dan haar echtgenoot; als die zouden komen te overlijden, gaat die rol naar haar broer, zoon of een ander mannelijk familielid.

[13] Eigen vertaling.

[14] Levett, B. (2010). Verbal Autonomy and Verbal Self-Restraint in Euripides’ Medea. Classical Philology, 105(1), 54–68. Volgens Levett (2010, p. 60) overschrijdt Medea de norm door het uitspreken van haar woede en daarbij de mannelijke taal van de aanklacht te hanteren. Omdat ze de norm op die manier overschrijdt, hebben haar woorden geen effect op Jason.

[15] Levett, 2010, 55.

[16] In het Grieks uitgedrukt door μαίνομαι (mainomai, 873). Ons Nederlandse woord ‘manisch’ is hier ook van afgeleid.

[17] Levett, 2010, 62.

[18] Levett, 2010, 65. Meer info over het gebruik en omkeren van stereotypen in de Medea zie: Barlow, S. A. (1989). Stereotype and Reversal in Euripides’ ‘Medea’. Greece & Rome, 36(2), 158–171.

[19] Chemaly, 2018, 17–18.

[20] Chemaly, 2018, 8 & 18.